Saddie Choua onderzoekt hoe onze beeldtaal geproduceerd en geconsumeerd wordt en hoe dit ons zelfbeeld en historisch bewustzijn vormt. Ze werkt voornamelijk met video en zet filmmateriaal, script, montage en scenografie in om de machtsstructuren te onthullen die onze beeldcultuur en het maatschappelijke discours beïnvloeden. Ze hanteert daarbij meta-documentaire technieken, speelt met collage en autobiografische elementen en eigent zich populaire interculturele formats toe, zoals soaps. Daarmee belicht ze thema’s als racisme, sociale ongelijkheid en discriminatie tegenover vrouwen, ondermijnt ze de gangbare beeldtaal in de media en scherpt ze onze kritische blik aan.
Gedurende de residentie werkt Choua onder meer aan het Maandblad voor de allochtone vrouw. Dit maandblad is opgebouwd als videowerk en geïnspireerd door het magazine Partner, Maandblad voor mannen, dat eind jaren ’60, begin jaren ’70 door Louis Paul Boon werd uitgebracht. In het Maandblad voor de allochtone vrouw brengt Choua alles samen dat ‘de allochtone vrouw’ zogenaamd zou interesseren: literatuur, mode, reizen, (autochtone) mannen, …
Geïnspireerd door Boons maandblad en door zijn Fenomenale Feminateek, maar ook door John Bergers Ways of Seeing, draait Choua de rollen om: met humor eigent ze zich de vrouwelijke blik toe en richt die op het (witte) mannelijke lichaam. Ze analyseert op kritische wijze hoe ‘de ander’ in onze samenleving wordt gestereotypeerd. Het maandblad onderzoekt zo onze beeldvorming en onthult via populaire formats als reportages, horoscopen en lezersbrieven de onderliggende sociale en maatschappelijke machtsverhoudingen. De kijker wordt uitgedaagd om diens eigen positie in vraag te stellen. In het kader van dit project stelt Choua een redactieraad samen voor het maandblad en richt ze in de atelierruimte een fotostudio in. Of wordt de atelierruimte een naaiatelier voor een nieuwe modelijn?
Het maandblad voor de allochtone vrouw is ook verbonden aan de thesis die ze schreef gedurende haar opleiding sociologie. Deze droeg de titel De Dwaze Moeders en bundelde interviews met Brussels-Marokkaanse moeders over de problemen die de politie heeft met hun zonen en de angst die zij daarrond ervaarden. De titel verwijst naar de Argentijnse groepering Moeders van de Plaza de Mayo, die opkwam voor hun verdwenen kinderen en zo het Argentijnse militaire regime tussen 1976 en 1983 aanvochten. De interviews vormen al langer een rode draad doorheen Choua’s oeuvre, maar worden nu verder ontwikkeld in een artistiek project.
De residentie gaat door in de exporuimte van rhizome_ in de stationsbuurt van Kortrijk.